Hoe overleef ik mijn natuurkunde examen
In onderstaand overzicht een stappenplan over hoe om te gaan met het examen
natuurkunde. Neem het eens goed door. Wellicht staan er interessante
aanwijzingen of tips bij waar je je eigenlijk nog nooit echt bewust van bent
geweest.
1. Als je het examen voor je krijgt, is het verstandig je eerst de
ori๋nteren op hetgeen er gaat komen.
Bekijk daarom op de voorpagina van het examen hoeveel punten
je in totaal kunt halen en over hoeveel onderdelen deze punten verdeeld zijn.
2. De volgende stap bestaat ook
vooral uit ori๋nteren.
Blader eens door het examen heen. Bekijk uit hoeveel opgaven
en onderdelen het examen bestaat.
Probeer ook in te schatten welke contexten
(praktijksituaties) in het examen gebruikt worden en met welke onderdelen van de
natuurkunde je te maken
gaat krijgen (mechanica, elektriciteitsleer, fysische
informatica, radioactiviteit, enz.). Vaak weet je van jezelf wel welke stukken
van de natuurkunde je
goed liggen en met welke zaken je meer moeite hebt.
3. Belangrijk is het volgende:
Maak het examen onderdeel voor onderdeel.
Ondanks dat het examen is opgebouwd uit een aantal
opgaven (meestal vijf of zes) staat ieder onderdeel op zich. Het komt eigenlijk
nooit voor dat je
uitkomsten van het ene onderdeel nodig hebt bij een later
onderdeel (uitgezonderd wanneer er staat: "Toon aan ......", maar daarover later
meer).
Raak dus niet van slag als je een onderdeel niet (volledig)
op weet te lossen.
4. De vraagstelling in het examen
geeft al aardig wat aanwijzingen over de wijze waarop je een bepaald onderdel op
moet lossen. De volgende
vraagstellingen kunnen voorkomen:
- Bereken:
Er wordt een berekening van je verwacht, je moet
duidelijk laten zien welke formules je hebt gebruikt en welke waarden je daarin
hebt
ingevuld. Let bij berekeningen op het toepassen van de systematische
probleemaanpak (zie punt 6).
- Bepaal: Deze
vraagstelling geeft aan dat je bij het
verkrijgen van een antwoord gebruik moet maken van een figuur en/of een diagram,
vaak moet je
iets aflezen en/of opmeten. Let er wel op dat je werkwijze duidelijk uit je
antwoord moet blijken. Ook bij bepalingen is het toepassen van de
systematische probleemaanpak erg belangrijk.
-
Leg uit: In deze situatie dien je
uitgebreid toe te lichten hoe je tot een bepaalde beredenering bent gekomen.
Hierbij dien je iedere denkstap te
vermelden. Pas echter wel op dat je niet teveel gegevens aandraagt en daardoor
(natuurkundig gezien) fouten noteert.
- Toon aan: Eigenlijk is
deze vraagstelling vergelijkbaar met "bereken" en "bepaal". Er is echter ้้n
groot verschil en dat is dat de uitkomst bij deze
onderdelen gegeven is. Je moet dus naar een gegeven antwoord toe werken. De
uitkomst heb je vaak (bijna altijd) nodig bij een volgend
onderdeel en daar dan dus als gegeven beschouwd worden.
Verder zijn er nog
andere opdrachten te krijgen zoals "construeer" (voor een nauwkeurige tekening
met bijvoorbeeld krachten of lichtstralen), "teken"
(ook voor nauwkeurige tekeningen met bijvoorbeeld krachten of
lichtstralen), "schets" (voor het aangeven van meer globale zaken, bijvoorbeel
in een
grafiek), "beschrijf" (voor de beschrijving van bijvoorbeeld
een waarneming), "bespreek" (te vergelijken met "leg uit"). Alleen bij vragen
waar
formuleringen worden gebruikt als "wanneer", "hoe groot",
enz. kun je volstaan met alleen een antwoord (geef bij deze onderdelen ook g้้n
toelichting).
5. Ook het aantal punten dat voor een onderdeel
vermeld staat, geeft informatie over de moeilijkheidsgraad van het onderdeel.
Een onderdeel waar
slechts weinig punten voor te behalen zijn, zullen in de
regel nooit een uitgebreide berekening vragen, terwijl onderdelen waar veel
punten voor te
behalen zijn zeker niet in ้้n regel op te lossen zijn.
6. Het toepassen van de systematische probleemaanpak
bij, met name, berekeningen en bepalingen is essentieel. Zeker in situaties
waarin je niet direct
ziet hoe tot een antwoord te komen. De systematische
probleemaanpak bestaat uit de volgende stappen:
1. Lees het onderdeel en de bijbehorende context zeer aandachtig door en streep belangrijke gegevens en/of voorwaarden op het opgavenblad aan.
2. Selecteer de gegevens en noteer deze met de juiste eenheid.
3. Zorg ervoor dat alle gegevens vermeld staan in standaardeenheden.
4. Bekijk op welk gedeelte van de Natuurkunde (mechanica, trillingen, optica, warmteleer, enz.) de opgave betrekking heeft en leg de pagina uit Binas (Tabel 35) met formules over dit onderwerp open.
5. Formuleer voor jezelf hetgeen je moet berekenen. Wat wordt er gevraagd?
6. Probeer gegevens en formules met elkaar te combineren. Welk nieuw gegeven kan ik bepalen met de gegevens die ik nu al heb?
7. Breng jezelf op deze manier tot een eindantwoord.
8. Controleer je antwoord op significante cijfers en zorg ervoor dat de juiste eenheid achter het antwoord staat. Kijk ook of het antwoord realistisch is.
7. Begin iedere opgave (dus niet ieder onderdeel, maar
iedere opgave) op een nieuwe pagina van je uitwerkingen. Dat bevordert de
overzichtelijkheid van
je antwoorden en dat is alleen maar gunstig.
8. Tot slot nog drie opmerkingen: Nauwkeurig
-
Overzichtelijk
- Netjes.
Zorg er voor dat de nauwkeurigheid waarmee je werkt goed is.
Besteed dus echt aandacht aan het aflezen van grafieken, het tekenen van
raaklijnen, het
bepalen van oppervlakken, het tekenen van krachten, het
construeren van lichtstralen, enz. De marges waarbinnen antwoorden mogen vallen
zijn smal.
Zorg er voor dat je uitwerkingen en je totale examen er
overzichtelijk uit zien.
Werk netjes dan zijn zaken voor de correctoren snel en handig
na te kijken wat alleen maar in je voordeel is.