De opbouw van een verslag
Een verslag is een weergave van een experiment en/of onderzoek dat gelezen/ beoordeeld wordt door iemand die niet of slechts beperkt bekend is met het experiment en/of het onderzoek. Voor een verslag geldt een standaardopzet waarvan enigszins mag worden afgeweken als het experiment en/of onderzoek hierom vraagt.
1. Titelpagina
Op dit voorblad zet je de titel van
het onderzoek eventueel aangevuld met een ondertitel. Let erop dat de titel goed
de inhoud van het verslag beschrijft.
Uiteraard staan ook de namen van de auteurs
en de datum vermeld.
2. Inleiding
De
inleiding wordt gestart met een positionering, wat wil zeggen dat je het
onderwerp introduceert bij de lezer. Door de positionering moet bij de lezer
interesse gewekt worden om het verdere
verslag te gaan lezen.
Vervolgens formuleer je de
onderzoeksvraag met bijbehorende hypothese (wat zal er mogelijk als
uitkomst uit het onderzoek gaan komen?). Het is
niet persé noodzakelijk dat de
onderzoeksvraag ook daadwerkelijk een vraag is. Het kan ook een beschrijving
betreffen.
Geef in een inleiding ook aan in welke
context je het onderzoek kan plaatsen. Dit betekent dat je uitzoekt en
beschrijft waar het gekozen onderwerp in
de praktijk te herkennen is en wat
eventuele maatschappelijke verbanden hiermee zijn.
3. Theoretische achtergronden
Dit is
een erg lastig onderdeel. Geef de theoretische achtergronden beknopt
weer. Let erop dat er geen zaken ontbreken, maar zorg er ook voor dat
het niet een te uitgebreid verhaal wordt.
In ieder geval zullen formules en verbanden die je later in het verslag
gaat toepassen vermeld moeten staan
en eventueel toegelicht en/of afgeleid.
Mocht je zaken uit literatuur nagenoeg letterlijk overnemen, geef dit dan aan
met een citaatverwijzing naar de
literatuurlijst. Zorg echter steeds voor
een eigen tekst.
4. Opstelling en meetmethode
In dit
onderdeel komt aan de orde welke opstelling je gebruikt hebt. Beschrijf
de opstelling zeer nauwkeurig en maak gebruik van schematische
figuren en/of (duidelijke) foto’s. Geef
duidelijk aan wat alles betekent. Realiseer je dat de lezer niet bekend is met
je onderzoek.
Vervolgens geef je een beknopte
beschrijving van je werkzaamheden. Maak hierin geen gebruik van een
“kookboek”-stijl (d.w.z. “pak een …..”, “meet
de …..”, enz.), je hebt het onderzoek
immers reeds uitgevoerd. Ook gebruik van de ik/wij-vorm is niet toegestaan. Dit
geldt overigens in het volledige
verslag. Gebruik van ik/wij-vorm beperkt de
zakelijkheid van je verslag en komt erg amateuristisch over. Let er verder op
dat de te beschrijven
werkzaamheden niet ophouden bij het laatste
experiment. Ook de verwerking van de meetresultaten en het trekken van
conclusies hieruit horen bij het
onderzoek.
5. Meetresultaten
De meetresulaten presenteer je
eerst in tabellen en vervolgens in grafieken (zo mogelijk). Voor
het maken van tabellen en grafieken bestaan
bepaalde richtlijnen. Aan deze richtlijnen
dien je je ten alle tijden te houden. De richtlijnen voor het maken van
grafieken en tabellen staan elders op
fysikarel.nl weergegeven. Van deze
richtlijnen mag niet worden afgeweken.
6. Berekeningen
Om tot de uiteindelijke uitkomst en
conclusie te komen, zul je berekeningen uit moeten gaan voeren. Deze
kunnen zeer divers zijn, afhankelijk van het
onderzoek. Bij grafieken is het verstandig
altijd te kijken naar de eventuele betekenis van de richtingscoëfficiënt van de
grafiek en het oppervlak onder
de grafiek. Let hiertoe op de grootheden
(en eenheden) die op de horizontale en verticale as staan.
Als meerdere malen dezelfde berekening moet
worden uitgevoerd, is het voldoende om slechts één rekenvoorbeeld op te nemen in
het verlag.
7. Conclusie
In de
conclusie wordt het uiteindelijke eindresultaat vermeld. Belangrijk is hier
dat er een verband is met de onderzoeksvraag en hypothese uit de
inleiding.
Ook meetfouten en zaken die de
nauwkeurigheid beïnvloeden dienen in de conclusie uitgebreid aan bod te komen.
Elders op fysikarel.nl staat
weergegeven hoe met meetfouten om te
gaan. Hier komt aan bod welke zaken van belang zijn bij een inschatting van
meetfouten en hoe een
eenvoudige foutenanalyse kan worden
doorgerekend.
8. Evaluatie
De
evaluatie kan eventueel gecombineerd worden met de conclusie, afhankelijk
van het onderzoek. In de evaluatie wordt beschreven hoe de
toegepaste meetopstelling en/of meetmethode
kan worden verbeterd. Verbeteringen kunnen daarbij betrekking hebben op
bijvoorbeeld de beperking
van de meetfouten. Maar ook het verbeteren
van het gebruikersgemak van de meetopstelling kan een punt zijn.
9. Literatuurlijst
Als in
het verslag en/of het onderzoek gebruik wordt gemaakt van literatuur, dient
hiervan een administratie te worden samengesteld. Vermeld in ieder
geval de titel (van boek, artikel,
internetsite, enz.), de auteur(s), het jaar van uitgave en de exacte locatie van
de informatie. Bij een internetsite niet
alleen het adres vermelden, maar ook
aangeven welke informatie er gevonden is.