De opbouw van een meetrapport
Een meetrapport is een weergave van een experiment dat gelezen/beoordeeld wordt door iemand die goed bekend is met het betreffende experiment. Voor een meet-rapport geldt een standaardopzet waarvan slechts ter uitzondering mag worden afgeweken.
0. Titel
Overgenomen van de proefomschrijving.
1. Doel
Formuleer wat er met het uitvoeren
van deze proef bepaald zal worden.
2. Theorie
Formuleer wat de achter deze proef
liggende natuurkundige theorie is. Hierbij komt het er over het algemeen op neer
dat je de formules die je nodig
hebt opschrijft. Eventuele verbanden tussen
formules dien je wel aan te geven. Daarnaast moet er onder iedere formule staan
welke grootheid
voorgesteld wordt door welk symbool.
Hierachter moet dan tussen haak-jes de eenheid van deze grootheid komen te staan
(bv. m = massa (in kg)).
3. Uitvoering
3.1 Opstelling
Nette tekening van de meet- of proefopstelling. Geef in de tekening aan wat
alles voorstelt. Schema’s toegepast in de elektriciteitsleer of de
fysische informatica mogen m.b.v. symbolen getekend worden.
3.2 Meetmethode
Beknopte beschrijving van de
uitgevoerde werkzaamheden. Wat en hoe is er gemeten en op welke manier wordt het
eindresultaat bereikt? Dit
moet in tekstvorm opgeschreven worden, het mag dus geen ‘kookboek’ worden.
Daarnaast dient de ik/wij-vorm vermeden te worden.
4. Resultaten
4.1
Metingen
Tabellen;
in de kop van iedere kolom moet staan welke grootheid er in die kolom vermeld
staat. Hierachter staat de eenheid tussen haakjes.
Iedere rij in de tabel dient genummerd te worden. Let op het juiste aantal
significante cijfers en gebruik bij erg grote of erg kleine getallen
machten van 10. Zet achter de meetwaarden geen eenheid (deze staat al in de
kop). Boven een tabel moet uiteraard vermeld staan waarover de
tabel gaat.
Grafieken;
boven een grafiek moet staan op welke meetwaarden de grafiek betrekking heeft.
Maak grafieken nooit te klein en op geschikt
papier (d.w.z. millimeterpapier). Op de horizontale as staat de onafhankelijke
variabele (d.w.z. de variabele die je zelf verandert hebt in de proef).
Op de vertikale as staat de afhankelijke variabele (d.w.z. de variabele die je
gemeten of berekend hebt). Bij de assen moet staan welke
grootheid er op deze as uitgezet is (met eenheid). De meetpunten moeten
duidelijk aangegeven zijn. Door deze meetpunten moet altijd een
vloeiende lijn getrokken worden. Het toepassen van een computerprogramma voor
het tekenen van grafieken en/of het gebruik van je grafische
rekenmachine is zeker toegestaan en soms zelfs aan te raden, maar de handelingen
voor het verkrijgen van een grafiek die aan de gestelde
richtlijnen zijn uitgebreid en bewerkelijk.
4.2 Berekeningen
Geef berekeningen duidelijk,
volledig en overzichtelijk weer. Als meerdere malen dezelfde berekening
uitgevoerd moet worden is één
rekenvoorbeeld voldoende.
5. Conclusies
Geef een samenvatting van de
meetresultaten (einduitkomst). Vergelijk deze waarde(n) eventueel met
theoretische waarden uit een tabellenboek (als
dit bij de betreffende proef aan de orde
is). Probeer te verklaren waarom er eventuele afwijkingen optreden. Maak hiertoe
een foutenanalyse. Dit kan
kwantitatief (foutenberekening) en/of
kwalitatief (lijst van mogelijk opgetreden fouten).
6. Vragen
Uitwerking van eventueel in de
proefomschrijving gestelde vragen en/of opgaven.
Een meetrapport heeft tot doel metingen en berekeningen bij een experiment te presenteren aan een lezer die bekend is met dit experiment. Over het algemeen wordt bij de beoordeling van een meetrapport gelet op o.a. de volgende zaken: de opbouw (indeling) van het meetrapport, de netheid van het werk, het juist toepassen van een tekstverwerker (mits er een tekstverwerker gebruikt is), correct gebruik van de Nederlandse taal, de tekstomvang per onderdeel (niet te veel maar ook zeker niet te weinig), de overzichtelijkheid van de meetresultaten en de berekeningen en uiteraard de juistheid van de tekst en de berekeningen.